Ook: familiehypotheek, privé-hypotheek, familiebanklening of -constructie.
Een familielening; een structuur waarbij familieleden (ouders, grootouders of bijvoorbeeld een tante) geld uitlenen aan een familielid (bijvoorbeeld een kind dat een huis wil kopen). Op die lening wordt meestal een hogere rente berekend dan op dat moment bij een bank zou moeten worden betaald, een voordeel dus voor de ouders. Anderzijds kunnen de voorwaarden minder streng zijn, bijvoorbeeld meer dan 100% van de waarde van het huis en/of een langere looptijd. Via schenkingen aan het kind kan (een deel van) de hoge rente gecompenseerd worden. De fiscus kijkt kritisch naar dit soort constructies, met name waar het de hoogte van de hypotheekrente betreft.
Nadeel kan zijn dat er binnen de familie op enig moment onenigheid ontstaat over de voorwaarden.
Voorbeeld
'Een op de zes huishoudens met een hypotheek heeft het huis (deels) gefinancierd door een hypotheek te nemen bij een familielid, vriend of kennis. Dat heeft De Nederlandsche Bank (DNB) onderzocht. Vaak doen mensen dit om meer geld te lenen dan ze via een normale hypotheekverstrekker kunnen krijgen. De praktijk kan de huizenprijzen verder opdrijven, zegt DNB. In 2020 maakten 645.000 huishoudens gebruik van zo'n privé- of familiehypotheek, meestal in combinatie met een hypotheek bij een bank of verzekeraar. De totale waarde van familiehypotheken is 70 miljard euro. Dat is zo'n 10 procent van de totale hypotheekschuld in Nederland.'
Bron: NOS - 07-12-2023.
Zie ook: belastingconstructie, rollatorinvestering, Baby-BV, carrouselregeling.
Tip anderen
|